Theo Hummel, kind van de oudste volkswijken in Emmen: verder zonder politiepet en clownsneus

Theo Hummel in Emmermeer, de wijk waar hij de laatste dertien jaar wijkagent was. De clownsneus kwam tijdens zijn werk meerdere keren goed van pas en zat altijd in zijn binnenzak.

Theo Hummel in Emmermeer, de wijk waar hij de laatste dertien jaar wijkagent was. De clownsneus kwam tijdens zijn werk meerdere keren goed van pas en zat altijd in zijn binnenzak. Foto: Marcel Jurian de Jong

Hij smoorde een knokpartij door orgel te gaan spelen, demonteerde in zijn eentje een bom en laat zich door iedereen Theo noemen. Na 38 jaar raakt het Emmer politiekorps een van zijn kleurrijkste agenten kwijt. Theo Hummel (63) uit Nieuw-Amsterdam hangt zijn politiepet en zijn clownsneus aan de wilgen.

Emmer-Compascuum, een jaar of vijftien geleden. In een huis is een grote knokpartij aan de gang. De gemoederen zijn zo verhit dat de komst van agenten de vechtersbazen niet tot bedaren brengt. Wat te doen?

Politieagent Theo Hummel ziet in de hoek van de woonkamer een orgel staan. Hij loopt er naar toe en drukt met zijn beide handen tegelijkertijd meerdere toetsen in. Iedereen kijkt op, ook de mannen die elkaar even daarvoor nog naar het leven stonden. Ze glimlachen, helemaal als blijkt dat een van de toetsen blijft hangen. ,,Kijk’’, roept agent Hummel met een grote grijns op zijn gezicht. ,,Ik kan het ook nog met losse handen.’’

De 63-jarige politieman uit Nieuw-Amsterdam denkt er met plezier aan terug. ,,Alleen maar door iets onverwachts te doen, iets ludieks, keerde de rust terug. De knokpartij was meteen over.’’

Hummel doet de hand in zijn jaszak en haalt er een rode clownsneus uit. ,,Heb ik altijd bij me, al jarenlang. Een ideaal middel om kleine kinderen op hun gemak te stellen. Ik heb die neus trouwens ook een keer gebruikt bij een massale vechtpartij op straat waarbij wel twintig mensen betrokken waren. Ik was de eerste agent die ter plekke was. Wat kon ik doen in mijn eentje? Ik zette mijn clownsneus op en liep er naar toe. Het was blijkbaar zo ontwapenend dat mijn collega’s daar later niets meer hoefden te doen.’’

‘Andere mensen worden op straat ook geen meneer genoemd’

Nog even en het werk is gedaan voor Hummel. Eind deze week hangt hij na ruim veertig jaar zijn uniform aan de wilgen. Dat het korps daarmee een kleurrijke diender verliest, is zonneklaar. De kleine en zeker de laatste jaren wat gezette Hummel is uitermate benaderbaar en behoort tot de bekendste agenten van Zuidoost-Drenthe.

Veel mensen op straat noemen hem gewoon Theo, ook jongeren en kinderen die bij wijze van spreken zijn kleinkinderen konden zijn. Hummel vindt het prima, zo lang het maar met respect gebeurt. ,,Ik heet toch ook gewoon Theo? Andere mensen worden op straat ook geen meneer genoemd. Als politieman heb ik altijd tussen de mensen willen staan, nooit erboven.’’


Hummel is een kind van Zuidoost-Drenthe. Geboren in Noordbarge en opgegroeid in de Emmer volkswijken Emmermeer en Angelslo. Zoon van een kleermaker, die later een leidinggevende functie kreeg bij een confectiefabriek. Als jochie droomde Hummel ervan om dierenarts te worden. Daar kwam niets van terecht. Nadat hij zijn havo-diploma had gehaald, ging hij aan het werk.

,,Eerst op een camping in Ommen en daarna bij een radio- en televisiezaak in Emmen. Dat trok me veel meer dan school. Bovendien zorgde ik er zo ook voor dat er thuis wat extra geld binnen kwam. Mijn moeder was gehandicapt en dat betekende veel extra kosten voor mijn vader. Die baas van die radio- en televisiezaak was trouwens geweldig. In het weekend mocht ik de bedrijfswagen mee zodat we mijn moeder mee uit konden nemen.’’

‘Van drie hoog werden de wasmachines naar beneden gegooid’

Via een bon in de VARA-gids belandde Hummel in 1977 op de politieschool in Amsterdam. ,,De afwisseling van het politiewerk en de grote stad spraken me aan. In Amsterdam vond ik onderdak bij een geweldig gezin. Vanaf de eerste dag at ik gewoon mee en werd er rekening gehouden met mijn werktijden.’’


Na zijn opleiding bleef Hummel in de hoofdstad. Hij reed op de pantserwagen tijdens de krakersrellen en tijdens het oproer rond de inhuldiging van prinses Beatrix als koningin. ,,Tijdens die krakersrellen was ik echt wel even bang. Het ging van dik hout zaagt men planken. Van drie hoog werden wasmachines naar beneden gegooid.’’ Hummel maakte er ook zijn eerste moord mee. ,,In een shoarmatentje haalde ik twee mannen uit elkaar die ruzie maakten. Even later lag een van die twee met een mes in zijn borst in de gracht.’’

In zijn vertrouwde Emmen kon hij meteen aan de slag

In zijn vrije weekenden ging Hummel geregeld naar Emmen en daar ontmoette hij Wiesje Bakker uit Nieuw-Amsterdam. De vlam sloeg over en omdat zijn geliefde niet naar Amsterdam wilde verhuizen, ging Hummel in 1982 op zoek naar een baan bij de politie in Drenthe. In zijn vertrouwde Emmen kon hij meteen aan de slag en daar maakte hij zich onder meer verdienstelijk als motoragent.

In 1992 werd hij gevraagd om wijkagent in Angelslo te worden. De tweede naoorlogse wijk van Emmen, een volkswijk. Hummel hoefde er niet lang over na te denken. ,,Ik hou van wijken waar mensen zich niet anders voordoen dan ze zijn en zeggen waar het op staat. En omdat ik in Angelslo was opgegroeid, had ik natuurlijk een speciaal gevoel bij die wijk. Bij Emmermeer was dat precies hetzelfde. Daar begon ik in 2007 als wijkagent.’’

‘Als je mensen kent, weet je welke toon je moet aanslaan’

Het omgaan met bekenden heeft Hummel nooit als belemmerd ervaren. ,,Integendeel. Het helpt juist als je mensen kent. Je weet welke toon je moet aanslaan en je kunt mensen makkelijker overtuigen om iets wel of juist niet te doen.’’ Dat bleek onder meer toen de Emmer politie een als gevaarlijk bestempelde verdachte aan moest houden.

,,Er werd gedacht aan de inzet van een arrestatie-eenheid. Ik zei tegen mijn chef: Ik ken die man, ik doe het wel alleen. Mijn chef vond het goed, maar wilde wel met mij mee. Toen we bij die man zijn huis kwamen, zei zijn vrouw dat hij er niet was. Even daarna kwam hij eraan fietsen. ‘Hé Theo, hoe is het ermee?’, riep hij. Ik zei: ‘Met mij wel goed, maar met jou niet zo. Je moet mee naar het bureau. Hij wist wel waarom en vroeg of hij nog even naar huis mocht om wat spullen te pakken. Dat vond ik prima en even later stapte hij rustig bij ons in de auto.’’

Met pistool schoot de agent de achterbanden van een auto lek

De zestiger zegt altijd geprobeerd te hebben om dingen zonder dwang voor elkaar te krijgen. ,,Zelf heb ik er ook de schurft aan als mensen mij dwingen, zelfs als mijn eigen vrouw dat doet. Je bereikt veel meer door mensen gewoon te vragen of uit te leggen waarom je iets wilt.’’


Was dat onmogelijk of leverde het geen resultaat op, dan schroomde Hummel niet om uit en ander vaatje te tappen. Hij vocht met winkeldieven en was de agent die in maart 2018 schoten loste vlakbij het Emmer café Groothuis. Een man, die even daarvoor iemand bedreigde door een vuurwapen te laten zien, pakte een onbekende vrouw de auto af en ging ervan door. Hummel schoot beide achterbanden lek. Het was de overigens wel de enige keer dat de Drentse diender zijn vuurwapen op straat gebruikte.

Een zelfgemaakte bom in een woning in Emmen

Vaak kreeg Hummel complimenten voor zijn soms wat onorthodoxe aanpak. Maar niet altijd. Toen hij in zijn eentje een bom onschadelijk maakte leverde hem dit een reprimande op van justitie. ,,Ik had een tip gekregen dat er in een woning in Emmen een bom zou liggen. Dat bleek te kloppen. Er lag een zelfgemaakte bom met daarnaast de beschrijving hoe die moest worden gemaakt.’’

Hummel pakte zijn telefoon en zocht op internet hoe je zo’n bom ontmantelde. ,,Ik vond de informatie die ik nodig had en ging aan de slag. Het lukte allemaal prima. In Amsterdam had ik vroeger op school ook wel het een en ander over explosieven geleerd. Later kreeg ik de wind van voren van mensen van justitie. Ik was volgens hen onverantwoord bezig geweest en had er echte specialisten bij moeten halen. Tja, daar kon ik op dat moment niet zoveel meer mee. Het was al gebeurd. Ik heb er ook niet wakker van gelegen.’’

‘Gelukkig kon ik heftige dingen ook weer vrij snel van mij afzetten’

Als agent maakte Hummel in Emmen heftige dingen mee: ernstige verkeersongevallen, mishandelingen en zelfdodingen. Het bracht hem volgens eigen zeggen zelden of nooit uit balans. ,,Natuurlijk lieten dit soort gebeurtenissen mij niet onberoerd. Maar ik kon het allemaal ook weer vrij snel van mij afzetten. Of ik nooit huil? Jawel hoor. Hoor ik een emotioneel liedje, dan zit ik zo te janken. Dat dan wel weer.’’

Hoewel Hummel zijn werk met plezier deed, ziet hij niet op tegen zijn afscheid bij het korps. Er zijn genoeg andere activiteiten te bedenken om je mee te vermaken.

Was vroeger alles beter bij de politie? ,,Nee’’, zegt Hummel. ,,Zeker niet. De huidige politie-uniformen zijn een stuk gebruiksvriendelijker dan die van vroeger. En zo kan ik wel meer dingen bedenken. Maar alle bureaucratische rimram van tegenwoordig kan mij echt gestolen worden. Wat voor beroep je tegenwoordig ook hebt, je wordt gedwongen om achter de computer tot in de kleinste details dingen vast te leggen en te verantwoorden. We zijn daar wel een beetje in doorgeschoten met elkaar. Nee, de computer is niet mijn grootste vriend. Klopt helemaal. Maar dat had je vast ook wel eerder in de gaten.’’