Column Herman Sandman: Rust Bros

Portret Herman Sandman

Portret Herman Sandman Foto: Marcel Jurian de Jong

Lees meer over
columns

Hij praat de hele tijd of hij een hoorprobleem heeft, of denkt dat wij een hoorprobleem hebben, maar de man is op een ontroerende manier authentiek. Ik ben er na drie seizoenen nog niet uit of ik Mike Hall sympathiek vind, of vet irritant.

Het is een van de intrigerende aspecten van de documentaireserie Rust Valley Restorers, die op Netflix is te zien. Hall is de eigenaar van Rust Bros Restorations, in het plaatsje Tappen in British Columbia, Canada. Een bedrijf dat klassiekers opknapt. Althans.

Hij ziet er uit of hij onder een trein is doorgekomen en verzamelt auto’s. Op zijn bedrijfsterrein, een modderige bende, staan er zo’n vierhonderd weg te rotten. Hij moet, om geld te verdienen, nu en dan een restaureren en verkopen, maar dat wil Hall eigenlijk niet. Een verzamelaar doet niks weg. Dat is het hele idee van verzamelen.

De man ligt daarover voortdurend in de clinch met zoon Connor en vriend Avery Shoaf, een nog slonziger type. De meeste tijd gaat op aan gebekvecht en slechts af en toe wordt er gesleuteld, al staat aan het einde van elke aflevering een glimmend exemplaar klaar om verkocht te worden.

Alles met wielen boeit mij al vanaf dat ik kan lopen en tussen het geschreeuw van die sjappen kijk ik naar wagens die lijken op de speelgoedautootjes die ik als kind had

Zonder ramen of dak, bij de een mist een wiel of een as, bij een ander stoelen, stuur of motorkap en de houding van Hall is die van een tienjarig jongetje richting zijn moeder die vraagt of die kapotte weg kan: ,,Nee-hee, wil ik houden.’’