Kwaliteitsstandaard: richtlijn ‘eenzaamheid’ voor wijkverpleegkundigen

Facebooktwitterlinkedinmail

27 juli 2021 – Ongeveer 40% van de Nederlandse bevolking voelt zich eenzaam; onder sommige groepen zoals migranten en oudere mantelzorgers komt eenzaamheid nog vaker voor. Eenzaamheid betekent niet alleen persoonlijk lijden, maar vormt ook een maatschappelijk probleem. Eenzaamheid brengt namelijk aanzienlijke kosten voor de gezondheidszorg met zich mee, die mogelijk deels vermijdbaar zijn.

Onderzoekers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU Amsterdam) hebben samen met wijkverpleegkundigen en andere eerstelijnszorg- en hulpverleners een richtlijn ontwikkeld in opdracht van ZonMw en V&VN. De richtlijn is bedoeld voor wijkverpleegkundigen/-ziekenverzorgenden bij zorg aan oudere mensen met eenzaamheidsproblematiek.

Focus op 3 belangrijke vragen

De richtlijn focust op 3 vragen die voor wijkverpleegkundigen belangrijk zijn:

  • Hoe kan eenzaamheid bij ouderen betrouwbaar en valide worden vastgesteld?
  • Heeft screenen op eenzaamheid zin?
  • Welke interventies helpen ouderen daadwerkelijk zich minder eenzaam te voelen?

De onderzoekers hebben systematisch in de wetenschappelijke literatuur gezocht naar wat er wetenschappelijk bekend is op het desbetreffende terrein. Ook hebben zij de resultaten nauwkeurig beoordeeld op de kwaliteit van het wetenschappelijke bewijs. Daarnaast is er een budget-impact-analyse gedaan om te kijken naar de financiële gevolgen voor het verzekerde pakket. Hun bevindingen hebben zij uitvoerig besproken in de werkgroep en voor commentaar voorgelegd aan verschillende betrokkenen.

Meerdere gesprekken nodig

Om eenzaamheid vast te stellen zijn, volgens de richtlijn, vaak meer gesprekken nodig. Het gebruik van een vragenlijst heeft alleen dán zin als de cliënt aangeeft zich eenzaam te voelen en aangeeft samen met de wijkverpleegkundige de mogelijkheden van professionele ondersteuning te willen verkennen. Een geschikte lijst hiervoor is de ‘de Jong Gierveld’ 6-item versie. Screening van ouderen op eenzaamheid en ‘casefinding’ zijn volgens de richtlijn niet zinvol. Er is daarvoor geen enkel bewijs in de wetenschappelijke literatuur en ook voldoet screenen op eenzaamheid niet aan de criteria die voor zinvol screenen zijn opgesteld.

Handreiking en trainingscursus

In de praktijk bestaan er veel en uiteenlopende interventies of vormen van ondersteuning die zijn gericht op de aanpak van eenzaamheid onder ouderen. Doordat er niet of nauwelijks kwalitatief goede studies zijn gedaan, is er geen overtuigend bewijs dat psychische en/of sociale interventies eenzaamheidsgevoelens verminderen. Ondanks dat adviseert de richtlijn toch in gesprek te gaan met de oudere cliënt als deze zich eenzaam lijkt te voelen. Voor het gesprek is in de richtlijn een handreiking opgenomen. Daarnaast heeft de werkgroep een trainingscursus voor wijkverpleegkundigen/-ziekenverzorgenden ontwikkeld.

Downloads

Bron: zonmw.nl 

Dit bericht is 1938 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail