Professor Douwe Draaisma analyseert het geheugenverlies van Mark Rutte (54 jaar): 'Ik ben in heel wat Alzheimercafés geweest, maar zo zout heb ik het nog niet gegeten'

Mark Rutte verweerde zich tot diep in de nacht van donderdag op vrijdag tegenover de Tweede Kamer.

Mark Rutte verweerde zich tot diep in de nacht van donderdag op vrijdag tegenover de Tweede Kamer. Foto: ANP

Is er een psychologische verklaring voor de ‘verkeerde herinnering’ van Mark Rutte? ‘Geheugenprofessor’ Douwe Draaisma uit Groningen is een autoriteit op het gebied van de werking van ons geheugen. Voor DVHN analyseert hij het geheugenverlies van de 54-jarige demissionair premier en VVD-leider.

In rechtszaken waar psychologen gevraagd wordt om een oordeel over getuigenverklaringen te geven, is het gebruikelijk om scenario’s tegen elkaar af te wegen. In deze casus zijn er twee scenario’s.

Het ene is dat van Rutte zelf: na confrontatie met de gespreksverslagen geeft hij toe dat hij het in zijn eerste gesprek met de verkenners blijkbaar over Omtzigt heeft gehad, maar dat hij dat in de dagen daarna moet zijn vergeten. Dat vergeetproces was voltooid toen hij tegenover de media stellig ontkende over Omtzigt te hebben gesproken. Deze ontkenning was, zijn lezing volgend, een onwaarheid, maar geen leugen.


Het andere scenario is dat Rutte zich wel herinnert het over Omtzigt te hebben gehad, maar dat ontkent tegenover de media, zodat de onwaarheid in een leugen verandert.

Het scenario-Rutte: bronamnesie

Wat is er over het scenario van Rutte te zeggen? Er bestaat een verschijnsel dat iedereen uit eigen ervaring kent: je herinnert je iets, maar je bent helemaal kwijt wat de herkomst van die herinnering is. Heeft iemand je het verteld? Heb je het ergens gelezen? Dat verschijnsel heet bronamnesie: de herinnering is er nog wel, maar de herkomst ervan is weg.

Dat kan in dit geval niet aan de hand zijn: Rutte zegt zich wel te herinneren een soortgelijke opmerking over Omtzigt tegenover Wopke Hoekstra te hebben gemaakt tijdens de campagne (dus veel langer geleden), maar uit het gesprek met de verkenners is zowel de herinnering als de context verdwenen.

Was dit nou een triviaal punt?

Rutte bracht ook naar voren dat hij zijn opmerking over Omtzigt misschien vergat omdat het zo’n triviaal, voor de hand liggend punt was, hij had het immers al eerder in een andere situatie gezegd. We hebben inderdaad geen goed geheugen voor triviale punten.

Maar juist door de reactie van Hoekstra destijds – een afwerend: daar gaan alleen Omtzigt en het CDA over – zou Rutte kunnen opmaken dat het wel degelijk een beladen kwestie was. Omtzigt inbrengen in het gesprek met de verkenners zou dan juist beter moeten zijn ingeprent.

Je kunt ook herinnerd worden aan een herinnering

Nog een derde overweging die tegen het scenario van Rutte pleit is de tijdlijn. Soms kun je je desgevraagd iets niet actief herinneren, maar kun je er wel aan herinnerd worden. Het betreffende gesprek met de verkenners was op 22 maart. Aan de orde is niet zozeer of Rutte zich op 1 april nog herinnert toen over Omtzigt te hebben gesproken. Want de beruchte notitie was uitgelekt op 24 maart. Met slechts twee dagen ertussen is het onwaarschijnlijk dat Rutte er toen niet aan herinnerd werd over Omtzigt te hebben gesproken.

In een rechtszaak zou het scenario Rutte weinig kans maken.

En even informeel: toen ik gister klaar zat voor de tv om te horen wat Ruttes lijn van verdediging zou zijn, was mijn eerste reactie: ik ben in heel wat Alzheimercafés te gast geweest, maar zo zout heb ik het nog niet gegeten.

Douwe Draaisma schreef verschillende prijswinnende boeken over geheugen. Zijn meest recente boek verscheen in 2016, getiteld ‘Als mijn geheugen me niet bedriegt’ .