Inspectie: leerlingen willen meer Fries, schoolbestuurders tonen gebrek aan urgentie en ambitie

Schoolbestuurders in Friesland laten het Fries op scholen verslonzen. Tot ergernis van leerlingen. Zij willen maar al te graag de Friese taal beter beheersen.

De Inspectie van het Onderwijs is hard in haar oordeel over de staat van de Friese taal in de klaslokalen van scholen in het basis- en voortgezet onderwijs. In het donderdag verschenen rapport ‘Sizzen is neat, mar dwaan is in ding’ richt de inspectie zich voornamelijk op de bestuurders en directeuren van scholen.

Volgens de inspectie voelen bestuurders in het basisonderwijs weinig urgentie om zich in te spannen voor het Fries. De helft van de ondervraagde bestuurders laat weten ,,geen ambitie’’ te voelen om het aanbod Fries in de lessen uit te bereiden, terwijl de meeste scholen nu al niet voldoen aan de wettelijke vereisten. Bestuurders zijn vooral bezig met personeelsbeleid, schoolgebouwen en fusies. Pas daarna komt de sturing op inhoud van de lessen, schrijft de inspectie.

Fries moet het dan ook nog eerst afleggen tegen de kernvakken als Nederlandse taal en rekenen. ,,Het Fries is een klein vak en dat maakt het kwetsbaar.’’ De inspectie ziet in de klaslokalen maar weinig terug van de breed gedeelde ambitie om ,,Fries van hoge kwaliteit te bieden’’.

Ontheffingen voor kerndoelen

Het gebrek aan geschikte mensen is het grootste probleem. In het basisonderwijs zijn niet alle leraren bevoegd en bekwaam om Fries te geven. In het voortgezet onderwijs is Fries een te klein vak. Vaak heeft een school maar één leraar Fries. Bij ziekte vallen de lessen uit. De inspectie vindt dat besturen meer bevoegde docenten moet aannemen.

De provincie Fryslân heeft de ambitie dat scholen in 2030 alle kerndoelen van het Fries aanbieden. In de doelen staat beschreven welke resultaten scholen moeten halen op het gebied van schrijven, lezen, spreken en verstaan van de Friese taal. De doelen zijn wettelijk omschreven.

Op dit moment hebben 114 van de 428 Friese basisscholen en 31 van de 78 middelbare scholen alle doelen in hun lespakketten geformuleerd. Niet alle scholen kunnen of willen alle doelen beschrijven. De provincie verleent daarvoor ontheffingen. De meeste ontheffingen zijn voor scholen op de eilanden, in Harlingen, Leeuwarden en in de Stellingwerven. In Leeuwarden is bijvoorbeeld geen enkele basisschool die op alle kerndoelen stuurt.

Lessen 'niet leerzaam'

De provincie rankt op basis van de ontheffingen de scholen: hoe groter de ontheffing, hoe lager de ranking. De provinsje ziet een verleende ontheffing als een stimulans om te klimmen op die ladder. Schoolbestuurders nemen daarentegen genoegen met hun positie. ,,Dêr sille wy de bestjoerders no ek op oansprekke’’, zegt gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA). ,,It is soarchlik dat bestjoerders der no te frijbliuwend yn stean en gjin ambysje toane. Dat moat en sil feroarje’’, belooft ze. ,,Ik ûnderskriuw spitich genôch de observaasjes fan de ynspeksje. Wy moatte sa gau mooglik út dizze aaklike status quo.’’

De inspectie vindt dat bestuurders bij zichzelf te rade moeten gaan. ,,Met de toekenning van de ontheffingen slaakten veel scholen een zucht van verlichting. Besturen moeten echter voorkomen dat scholen hierdoor achterover leunen.’’

En is het niet omdat de inspectie dat nu schrijft, dan is het wel omdat de leerlingen aangeven beter Fries te willen leren spreken en verstaan. Nu typeren ze de lessen als ‘niet leuk’ en ‘niet leerzaam’. De inspectie schrijft ,,dat leerlingen regelmatig aan de inspecteurs vertelden dat zij verwachten dat de school de lat hoger legt dan nu het geval is’’. Deze constateringen ,,binne killing foar it Frysk en it entûsjasme fan learlingen foar it fak’’, zegt Poepjes.

Ondergeschoven kindje

Fries is het ondergeschoven kindje in het klaslokaal, schrijft de onderwijsinspectie. Poepjes heeft ,,genôch jild’’ om het Fries bij de les te houden.

De gedeputeerde houdt in ,,dûbel gefoel’’ over na het lezen van het inspectierapport, dat iedere tien jaar verschijnt. ,,Tsien jier lyn hiene we neat foar elkoar’’, kijkt Poepjes terug op het vorige rapport. ,,Doe woe de ynspeksje net begjinne oan it tafersjoch op it neilibjen fan de regels, want se wisten net iens wêr’t se op tasjen moasten. No kinne we sizze: wy ha ús húswurk dien.’’

De provincie heeft een duidelijk beleid en werkt met ontheffingen. ,,De ynspeksje sil no aktyf lâns de skoallen om ta te sjen op de útfiering fan de doelen.’’ Poepjes noemt dat winst, ,,mar ik doch it leaver sels’’. Zij wil de inspectie vragen of Fryslân de toezichthoudende functie over kan nemen. ,,Wy tinke dat de taak fan it tasjen op it Frysk it bêste by ús past. De ynspeksje is in goed plak, wy binne in better plak.’’

Verbeteringen vaardigheden

De inhoud van het rapport noemt Poepjes in ,,minder goed berjocht. At ik lês dat learlingen der neat oan fine, skrik ik. En at ik lês dat bestjoerders it sa wol bêst fine, wol ik no hiel gau mei se om tafel. Ik wol hearre wêr’t de pine sit en wat se nedich ha om oan de easken te foldwaan. Ha se mear tiid nedich? Wolle se mear jild of mear minsken?’’

Voor het rapport zijn 1300 leraren uit het basis- en voortgezet onderwijs ondervraagd, net als 60 schoolbestuurders, 380 directeuren en ruim 11.000 leerlingen, vanaf groep 6 tot en met examenkandidaten. Van de basisschoolleerlingen zegt ruim 45 procent de lessen Fries leuk te vinden. De helft van hen zegt de lessen ‘soms’ of ‘nooit’ leerzaam te vinden.

Leerlingen in het basisonderwijs laten inspecteurs weten dat ze beter Fries kunnen verstaan, maar dat hun schrijfvaardigheden niet of nauwelijks zijn verbeterd. Op het voortgezet onderwijs zeggen leerlingen dat hun lees- en schrijfvaardigheden wel zijn verbeterd, maar dat Fries spreken niet.

'Gebruik Fries lager dan je zou verwachten'

Leerlingen zien dat leraren zich aanpassen aan wie ze tegenover zich hebben. ‘Ze praten Nederlands tegen Nederlandse kinderen’, schrijft een leerling. ‘Iedereen krijgt evenveel uitleg en als je een vraag hebt, dan helpt de juf.’ Of: ‘Ze (leerlingen die goed in Fries zijn) doen hetzelfde als de kinderen die niet goed in Fries zijn.’ De inspectie concludeert: ,,Op het gebied van differentiatie is dus nog winst te behalen.’’

Leraren kijken anders naar hun lessen. Zij laten optekenen dat ze zich wel degelijk bezig houden met lessen op maat. ‘Friese kinderen laat ik meer spreken’, schrijft een leraar. ‘Tussendoor vertaal ik dat in het Nederlands voor de niet-Friestalige kinderen.’

In het onderwijs wordt volgens leraren gemiddeld 40 minuten per week Fries gegeven. De inspectie ziet dat er efficiënt met de lestijd wordt omgesprongen. Leraren zijn over het algemeen wel tevreden over de beschikbare tijd per week. 

Van de leerlingen op de basisschool zegt ruim 56 procent Friestalig te zijn. ,,Het gebruik van het Fries op school ligt echter lager dan je misschien zou verwachten met meer dan de helft Friestalige leerlingen’’, schrijft de inspectie. Een derde van de basisschoolleerlingen zegt ‘vaak’ of ‘altijd’ Fries te spreken met vrienden en klasgenoten.