Groene waterstof, speerpunt voor economie van Drenthe en Groningen, domineert rondetafelgesprek in Tweede Kamer

De ministers Wouter Koolmees, Wopke Hoekstra en Eric Wiebes.

De ministers Wouter Koolmees, Wopke Hoekstra en Eric Wiebes. Foto: ANP

Tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over het Nationaal Groeifonds werd vaak ingehaakt op groene waterstof. Het is een van de speerpunten waarmee het Noorden de economie wil aanjagen.

Twaalf deskundigen afkomstig uit de wetenschap en het bedrijfsleven mochten woensdag in een Kamercommissie van Economische Zaken en Klimaat hun zegje doen over het Nationaal Groeifonds. Dat ‘Wobke-Wiebesfonds’ heeft het kabinet vorige maand officieel gelanceerd om de Nederlandse economie de komende vijf jaar een impuls te geven. Er is een bedrag van 20 miljard euro voor uitgetrokken.

Een speciale commissie bepaalt begin volgend jaar welke ‘sleutelprojecten’ geld tegemoet kunnen zien. Uiteindelijk moet de Tweede Kamer hierover een eindoordeel vellen. Voorafgaand daarop staken vertegenwoordigers van politieke partijen, onder wie de noordelingen Agnes Mulder (CDA) en William Moorlag (PvdA), hun licht op bij de deskundigen.

Financiële injectie

De noordelijke politiek heeft zijn hoop gevestigd op twee projecten: de Lelylijn en de groene waterstofeconomie. Beide kunnen wel een financiële injectie gebruiken.

Als er één ding uit de gesprekken naar voren kwam, dan wel dat het wenselijk is dat de projecten een bijdrage leveren aan de energietransitie. Daarnaast werden ook het stimuleren van onderwijs, kennis en innovatie vaak genoemd.

Verarmde grensgebieden

Er werd veel gesproken over het bevorderen van ‘verbindingen’. Tussen mensen, groepen, de wetenschap, het bedrijfsleven en de overheid. Alleen sociaal geograaf en onderzoeksjournalist Floor Milikowski had het over ‘infrastructuur’. Ze pleitte ervoor de verbindingen van verarmde grensgebieden met de stedelijke regio’s in Nederland en die in het buitenland te verbeteren. Ze noemde met name Groningen, die dankzij de Lelylijn een snellere spoorverbinding kan krijgen met de Randstad.

Voor anderen was infrastructuur geen thema. Een treinverbinding wordt niet gezien als innovatief, maar als iets ‘traditioneels’ waarvoor zo’n groeifonds niet is bedoeld.

Onmisbare toepassing

Waterstof daarentegen stond wel volop in de schijnwerpers. Feringa kwam met het voorbeeld van de lithium-batterij. Die werd in de jaren zeventig ontwikkeld en kreeg veertig jaar later als energiedrager in onder meer smartphones een onmisbare toepassing. De vergelijking met waterstof als toekomstige energiedrager was een inkoppertje.

Het rondetafelgesprek was louter informatief. Maar afgaande op de teneur moeten de kansen voor de Lelylijn niet te hoog worden ingeschat, in tegenstelling tot die voor de groene waterstofeconomie.