Uniek onderzoek naar personen met verward gedrag in Flevoland

Facebooktwitterlinkedinmail

20 september 2019 – GGD Flevoland en onderzoeksbureau Care2Research hebben samen met 13 Flevolandse organisaties een uniek onderzoek uitgevoerd naar personen met verward gedrag en de werking van de bemoeizorgketen. Aanleiding voor het onderzoek is het toenemende aantal politiemeldingen verward gedrag.

Er is nog onvoldoende bekend over de achtergrond van deze meldingen, de aard van de problematiek van de personen en de samenwerking in de ketens van hulp- en zorgverlening. Dit onderzoek is het eerste onderzoek in Nederland over personen met verward gedrag waarin een omvangrijke dataset vanuit het veiligheids-, zorg-, en sociaal domein op persoonsniveau is gekoppeld en in detail is onderzocht.

Over de periode 2016-2018 zijn meer dan 1.000 politiemeldingen geanalyseerd en is problematiek en zorginzet vóór en na de politiemeldingen in kaart gebracht. De bemoeizorgketen heeft in de onderzochte periode een verbeterslag gemaakt in de aanpak van personen met verward gedrag. Het aantal meldingen is in 2018 ten opzichte van 2017 licht gedaald.

Zorg biedt geen garantie

Dr. Marjolein Poels van onderzoeksbureau Care2Research dat het onderzoek heeft uitgevoerd licht de cijfers toe: “Ondanks dat de ketensamenwerking is verbeterd en het aantal meldingen licht is afgenomen, blijft de aanpak van personen met verward gedrag voor uitdagingen staan. De maatschappelijke verwachting bestaat dat voldoende zorg de meldingen over verward gedrag kan voorkomen. In de praktijk is dat niet geval. Dit onderzoek toont namelijk aan dat 78% van de personen bekend was bij één of meer van de bemoeizorgpartijen in het jaar vóór of tijdens de eerste politiemelding die over hen is gemaakt in 2017. Eén van mijn conclusies is dat inzet van zorg geen garantie biedt op het voorkomen van politiemeldingen.”

Het onderzoek wijst drie oorzaken aan voor de constatering dat de inzet van zorg niet automatisch tot een vermindering van meldingen leidt. Onderzoeker Poels: “Eén van de redenen hiervoor is dat diagnostiek bij deze personen een tijdsintensief proces is, waarbij politiemeldingen in de tussentijd niet altijd voorkomen kunnen worden en soms ook nodig zijn voor dossiervorming. Daarnaast zien we een grote verscheidenheid aan zorgtrajecten, elk met hun eigen aandachtspunten, mogelijkheden en beperkingen. Een laatste reden waarom zorg geen garantie biedt op het voorkomen van meldingen is dat de zorg niet altijd voldoende aansluit bij de zorgbehoefte van de cliënt en de doelgroep vaak zorg mijdend is.”

Vaak verward: een kleine groep met veel meldingen

Een kleine groep van 69 personen (7%) veroorzaakte een groot deel van alle meldingen in Flevoland (36,6%) in 2017. Bij deze groep “vaak verward” is significant vaker sprake van meervoudige problematiek: een combinatie van psychiatrische stoornis, recente veroordeling, dakloosheid, verslaving en een (licht)verstandelijke beperking. Tegelijkertijd is het ook een dynamische groep, die bijvoorbeeld in 2017 voor 82,6% bestond uit personen die niet of slechts incidenteel overlast veroorzaakten in 2016.

“Vanuit de maatschappij, overheid en de zorgketen zelf bestaat een hoog verwachtingspatroon richting de geestelijke gezondheidszorg om personen met verward gedrag te behandelen. Mijn conclusie is dat de zorgbehoefte van deze specifieke groep, gezien de hoge mate van multi-problematiek verder reikt dan alleen een psychiatrisch behandeltraject. Hierdoor is er geen duidelijke probleemeigenaar of regiehouder aan te wijzen.”, aldus Marjolein Poels.

Het grootste punt van zorg ligt volgens Poels bij de groep “vaak verward.“ Dit omdat de ervaring leert dat dit cliënten zijn waarbij zich in een bepaalde periode een continu herhalend proces voordoet. Naar aanleiding van een melding komen ze in beeld, vervolgens willen ze geen zorg accepteren, breken ze de zorg vroegtijdig af of verdwijnen in detentie, ze komen weer op straat, veroorzaken weer overlast waarna er weer een melding volgt. Zolang er geen dwangmaatregel kan worden genomen of geen goede opvangplek of woonvoorziening gevonden kan worden, blijft deze situatie zich dan soms herhalen. Bijna alle personen uit deze groep (98.6%) zijn in beeld bij de bemoeizorgketen, maar door het zorg mijdend karakter en de complexiteit van de problematiek slaat het (verkokerde) behandelaanbod in vele gevallen niet snel genoeg aan”.

Belang van het sociaal domein

“De cijfers uit dit onderzoek bevestigen het beeld dat we al eerder hadden, dat juist in wijken met een lage sociaaleconomische status veel meldingen gericht op verward gedrag voorkomen. Het wonen in een achterstandswijk is een risicofactor voor het ontwikkelen van psychische klachten. De beperkte zelfredzaamheid van personen met verward gedrag vraagt om meer ondersteuning op wijkniveau, in aanvulling op de gespecialiseerde zorg. De samenwerking tussen wijkteams en bemoeizorgketen zal dus verbetert moeten worden”, concludeert dr. Poels.

“Dat er zoveel data van veel verschillende organisaties beschikbaar is gekomen in dit onderzoek is niet alleen een unicum maar dit zegt veel over de houding van samenwerking die veel partijen in de keten naar elkaar hebben”, zegt opdrachtgever en GGD-projectleider Gijs Roelofsen.

“We zijn dan ook erg trots en blij met de inzet die door de betrokken partijen is geleverd om tot dit resultaat te komen. Dit onderzoek geeft ons zeer veel inzichten en aanknopingspunten waarmee beleid en hulpverlening voor personen die kampen met verward gedrag verbeterd kunnen worden maar biedt ook een kans om nog verder onderzoek te doen op dit gebied. Daar zouden we als GGD een groot voorstander van zijn.”

Het rapport doet op tal van terreinen een groot aantal aanbevelingen om de aanpak van personen met verward gedrag in Flevoland verder te verbeteren en te versterken. De belangrijkste op een rij:

  • Rust de bemoeizorgketen beter toe op het eerder herkennen van signalen van een licht verstandelijke beperking;
  • Vergroot de expertise en behandelmogelijkheden gericht op interculturele zorg, om de zorg beter te laten aansluiten bij de zorgbehoefte van personen met een niet-westerse migratieachtergrond;
  • Stel een lijst op van personen die “vaak verward zijn” zodat sneller geacteerd kan worden op personen die veelvuldig overlast veroorzaken;
  • Stel financiële middelen beschikbaar voor out-of-the-box oplossingen voor personen die permanent tussen wal en schip vallen;
  • Vergroot de capaciteit van bemoeizorgers in de avond- en weekenduren met expertise binnen de specialistische GGz en verslavingszorg;
  • Verhoog de capaciteit van de GGz Crisisdienst zodat zij sneller inzetbaar zijn;
  • Rust de sociale wijkteams beter toe op de complexe ondersteuningsbehoefte en beperkte zelfredzaamheid van personen met verward gedrag.
  • Stel een (landelijke) definitie en bijbehorende beoordelingscriteria van de doelgroep “verward en gevaarlijk” op, voor de tijdige signalering van potentieel gevaarlijke verwarde personen.

Het onderzoek ‘Verward in Flevoland; de personen achter de politiemeldingen’ is tot stand gekomen dankzij de medewerking van: ZonMw, ZorgTTP, politiedistrict Flevoland, GGz Centraal, Regionale Ambulancevoorziening Flevoland, Amethist verslavingszorg, Kwintes, Leger des Heils, Stichting Welzijn Lelystad, Gemeente Almere, Gemeente Lelystad, Gemeente Dronten, Gemeente Zeewolde, Gemeente Noordoostpolder, Gemeente Urk, onderzoeksbureau Care2Research en GGD Flevoland.

Ga hier naar het onderzoeksrapport

Bron: eengezonderflevoland.nl 

Dit bericht is 4429 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail