Ronde van Nederland 1

Wanneer u dit leest rijd ik met bepakking en dochter op de fiets door het Brabantse land. Onbekommerd. Milieuvriendelijk. Welgemoed. De komende anderhalve week gaan we ruwweg de ronde rijden die ik op bovenstaande oude kaart heb ingetekend.

Daar zou ik deze mededeling bij kunnen laten, ware het niet dat ik van mezelf verwacht dat ik erover ga schrijven. Als inspiratiebron dient de onvolprezen taalvirtuoos Joris van Os, bij wie een mens graag in ’t gevlei komt. Van Os doet dit moment op Facebook verslag van een verblijf in IJsland en het natuurschoon dat daar te bewonderen valt.

Wellicht komen we dingen tegen die zich juist zo lang voor noemenswaardig laten houden, dat een kort stuk prosa erover lang en breed af is alvorens ze hun betekenis weer verliezen.

Ik heb geen idee wat wij in de Lage Landen gaan beleven. Op deze plek wil ik in ieder geval mijn bewondering uitspreken voor alle pennenlikkers die niet, zoals ik, zijn geveld door een rare verstopping van hun woordenvloed. Ik heb vandaag geen idee waar ik nog melding van zou moeten maken. Stelt u zich dat eens voor, broodschrijver te zijn en dan op een dag zonder inspiratie te zitten. “Wie niet pent, zal niet eten”, prevel je, terwijl je dan maar herformuleert wat je jaren geleden te berde bracht, gelardeerd met vlotte citaten en antagonistische Trump-tweets.

Dat is ook de reden van zo’n fietsrit. Wellicht komen we dingen tegen die zich juist zo lang voor noemenswaardig laten houden, dat een kort stuk prosa erover lang en breed af is alvorens ze hun betekenis weer verliezen. Dingen die inspireren tot minder quasi-filosofisch geneuzel en meer liederlijkheid.

Prikneus Wiebes zal de neus voor me ophalen, dat ik op m’n 39e op zoek ga naar liederlijkheid in plaats van onbelaste dividenden, maar dat is me bien égal.

Geef een reactie