Direct naar artikelinhoud

Banken gaan te veel betaalde 'boeterente' teruggeven

Tienduizenden klanten worden vanaf maandag door financiële instellingen benaderd indien zij te veel betaald hebben voor het oversluiten van hun hypotheek. In dat geval krijgen zij geld terug.

Huizenbezitters die hun hypotheek het afgelopen jaar hebben overgesloten en te veel 'boeterente'betaalden krijgen geld terug.Beeld anp

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) in Amsterdam maakte maandagmorgen bekend hoe deze 'boeterente' berekend moet worden. Om hoeveel klanten en om hoeveel geld het gaat, kan de toezichthouder nog niet zeggen. Dat er miljoenen euro's per bank mee zijn gemoeid staat vast.

De restitutie is nodig omdat Europese regelgeving sinds een jaar voorschrijft dat banken niet mogen verdienen aan de 'boeterente'. Ze mogen alleen  echte kosten, het financieel nadeel, van het oversluiten in rekening brengen. Klanten die te weinig betaald hebben krijgen geen naheffing.

Op 14 juli 2016 zijn de nieuwe Europese regels verankerd in Nederlandse wetgeving. Via de maandag gepubliceerde nieuwe richtlijn geeft AFM aan hoe de banken de wet voortaan moeten naleven, na eigen onderzoek te hebben gedaan en daarop 'normen' te hebben bedacht.

Uitgangspunten
De bedoeling van de wet is glashelder. De kostenberekening voor het oversluiten van de hypotheken kan echter per financiële instelling verschillen door de diverse rekenmethodes en interpretaties die een bank hanteert.

Normen voor de wijze waarop die berekening zou moeten gebeuren waren er niet. De AFM heeft daarom direct vanaf de invoering van de nieuwe wet onderzoek gedaan en uitgangspunten ontwikkeld.

Met de nieuwe leidraad voor het berekenen van de juiste 'boeterente' in de hand heeft de AFM tien aanbieders van hypotheken benaderd met de vraag tegen welke voorwaarden zij fictieve hypotheken zouden oversluiten. Daaruit bleek, aldus de AFM, dat financiële instellingen de oversluitkosten niet altijd eerlijk, voldoende transparant en volgens de juiste methodiek berekenen.

Niet claimen
Dat is volgens de AFM ook niet zo vreemd, omdat er geen heldere richtlijn bestond. Nu die er wel is, kan worden vastgesteld of de klant te veel heeft betaald en geld terug moet krijgen.

Klanten hoeven niet te claimen. Financiële instellingen benaderen klanten uit eigen beweging om de zaak recht te zetten. De AFM zal daar via handhaving toezicht op houden. 

De kwestie draait om hypotheken die vanaf half juli vorig jaar zijn overgesloten. Daarvoor bestond niet alleen nog geen richtlijn, maar ook geen wetgeving, en gold bij oversluiting het contract tussen de bank en de klant.

Procedure
Marktleider ABN Amro stelt in een reactie dat er klanten zijn die sinds vorig jaar te veel hebben betaald voor het oversluiten van hun hypotheek. Zij krijgen geld terug. 15.000 klanten van ABN Amro hebben sinds de zomer van 2016 hypotheken overgesloten. Niet duidelijk is nog, aldus de woordvoerder, wie van hen geld tegoed heeft. De bank trekt vijf miljoen euro uit voor de terugbetaling.

Rabobank en ING Bank volgen een vergelijkbare procedure. Volgens ING hebben enkele duizenden klanten van hen mogelijk geld te goed voor te veel betaalde oversluitkosten. De Rabobank stelt ook nog te bekijken welke klanten moeten worden terugbetaald.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM)aan de Vijzelgracht in AmsterdamBeeld anp

De Autoriteit Financiële Markten hanteert vier uitgangspunten die ertoe moeten leiden dat financiële instellingen geen geld verdienen aan het oversluiten van hypotheken. 

De klant betaalt alleen het financieel nadeel - in de volksmond 'boeterente' - dat banken via oversluiting zelf ook lijden.

1.De aflossingsvrije termijn moet zonder kosten in de nieuwe hypotheek wordt opgenomen. Bij een tienjarige rentevaste hypotheek met twee jaar kosten vrij aflossen, wordt het bedrag dat de klant wil aflossen verminderd met die twee jaar die de klant contractueel 'boetevrij' mag aflossen.

2. Voor het vergelijken van de rente gebruikt de bank de hoogst naastgelegen rente. Als de hypotheek nog  2,5 jaar loopt, en de rente bij twee jaar bedraagt 1,65 procent en bij die jaar 1,7 procent, geldt een rente van 1,7 procent.

3. De vergoeding voor de aflossing mag niet hoger uitvallen door de invloed van de "Loan-to-Value"-regels van het kabinet (iemand die 90.000 euro leent voor een huis van een ton betaalt vanwege het hogere risico meer rente dan iemand die 50.000 euro leent voor hetzelfde huis).

4. De afgesproken toekomstige aflossingen van de klant worden meegenomen in de berekening van de vergoeding. Hierdoor blijven de bedragen voor de klant herkenbaar en begrijpelijk.