Ik val maar meteen met de deur in huis. Brainstorms: ik ben er h e l e m a a l klaar mee. Met creatieve technieken heb ik het al helemaal gehad. Je kent ze wel, die methodes uit ‘one-flight’ boekjes waarbij je wordt aangepraat dat iedereen creatief is en iedereen capabel is om de wereld te veranderen…

Ja, ik ontkom er niet aan om zo nu en dan bij dergelijke brainstorms aan te schuiven, meestal niet van harte. Mijn wrevel bereikt over het algemeen een eerste piek wanneer de brainstormleider – zo’n typ dat teveel van die boekjes heeft gelezen– op uiterst bevoogdende wijze gaat uitleggen wat je wel en niet geacht wordt te doen. Deze zogenaamde ‘spelregels’ worden opgelepeld met een ernst zodat je even denkt te worden gewaterboard als je ermee gaat lopen sollen. Het absoluut onzalig dieptepunt daarbij is het moment dat je op niet mis te verstane wijze te horen krijgt dat elk idee dat iemand oppert in principe een goed idee is – waarna de workshopleider steevast met een bijna gelukzalige glimlach alle deelnemers even aankijkt. Op dat moment kun je me opvegen, wetende dat deze regel leidt tot een eindeloze stroom aan naïeve gedachtenkronkels waarbij ik niet in de lach mag schieten of boos mag worden. Mijn energielevel is dan inmiddels zwaar onder nul gedaald en het liefst zou ik dan achter elkaar een zak mini-Marsjes en drie blikjes Red Bull naar binnen willen werken in de hoop dat ik daarmee mezelf weer aan de praat krijg om de rest van de middag de opgeklopte gezelligheid te trotseren.

Het proces daarna is bekend. In een aantal iteraties wordt gezocht naar een idee of oplossing en aan het eind van de dag wordt er samen gekozen. Vaak zonder het zwaar wegen van de kwaliteit van de ideeën want tja, we moeten door hè. De uitspraak: deze middag heeft te weinig opgeleverd durft niemand over de lippen te krijgen. Ronduit angstaanjagend is het feit dat er hele volksstammen zijn die hierin geloven. Alsof je door middel van een democratisch proces zonder kennis van zaken veranderingen kan doorvoeren, paradigma’s kan verschuiven of innovaties kan stimuleren.

Bovenstaand beeld kom ik tegen in zowel corporate omgevingen als bij de overheid. Het is een bloedirritant misverstand. In mijn ogen is het allemaal niet zo eenvoudig om ideeën te genereren. Een grondige analyse van het probleem, kennis van zaken over hoe dit aan te vliegen en een uiterst kritische houding zijn randvoorwaardelijk om tot betekenisvolle oplossingen en ontwerpen te komen. Daarna gaat het om geloof en uithoudingsvermogen. Het is hard ploeteren waarbij het zelden ‘gezellig’ is. Je moet bereid zijn risico’s te nemen en daarbij is geen plaats voor gepolder. Maak er tijd en ruimte voor, ‘kill your darlings’ indien nodig en – zoals Paul Krüger ooit zei – alles sal reg kom.

Jeroen van Erp

Deze post verscheen eerder in gedrukte vorm in Dude #2 van de Beroepsvereniging Nederlandse Ontwerpers.